De haan weer op zijn nest!
20 februari '19
De schitterende kapel op landgoed Sancta Maria is opgeleverd. Om de restauratie van de kapel tot in detail te complementeren kon natuurlijk de haan niet ontbreken. Onlangs is deze dan ook teruggeplaatst. Bekijk hieronder hoe de haan weer op zijn vertrouwde plek werd gezet en lees meer over de geschiedenis van de Sancta Maria kapel.
Geschiedenis van de kapel van Sancta Maria
In 1928 werd begonnen met de bouw van Sancta Maria, de plannen hiervoor ontstonden echter al veel eerder. Al in 1918 werd door de Inspektie van de Volksgezondheid en door de Provinciale Staten van Zuid-Holland onderkend dat er een dringende behoefte bestond aan ‘een inrichting voor katholieke geestelijk gestoorde vrouwen’. Sinds 1914 bestond er al een dergelijke instelling voor mannen, de St. Bavo in Noordwijkerhout, maar katholieke vrouwen werden op verschillende plekken verspreid over het land opgevangen.
Uiteindelijk besloot de kongregatie van de Zusters van Liefde de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de bouw van een nieuw gesticht, de gronden hiervoor werden in 1925 aangekocht. In 1928 werd gestart met de bouw van het eerste paviljoen, Sint Anna. Vervolgens werd het hoofdgebouw gebouwd, met daarin het klooster. Op de eerste verdieping van Paviljoen St. Anna wordt een noodkapel ingericht.
Juni 1930; de kapel in gebruik
Na de voltooiing van de paviljoens St. Paulus, St. Theresia en het hoofdgebouw in 1929, wordt in juni 1930 de kapel in gebruik genomen. De deken van Noordwijk verricht op 30 juni de voorlopige inzegening en draagt de eerste mis op. Op 23 september 1930 komt monseigneur Van Rechem van de Zusters van Liefde, de plechtige consecratie verrichten.
De kapel wordt zeer intensief gebruikt, voor de patiënten is er iedere morgen een Heilige Mis, op de zondagen zelfs twee. Ook wordt de kapel in de loop van de jaren verder verfraaid. In 1934 worden beschilderingen aangebracht door de bekende kunst- en kerkschilder Henk Asperslagh. Ook wordt dat jaar een klein orgeltje geplaatst, dat later vervangen wordt door het definitieve grote orgel. In 1935 wordt een Heilig Hartbeeld geplaatst van zandsteen. Het beeld was 1.75 meter hoog en woog 3000 kilo. In het volgende jaar wordt een tweede biechtstoel geplaatst en een groot Maria beeld. De beelden worden aan weerzijden van het altaar geplaatst.
Scheiding ziekenhuis en klooster
Ook na de oorlog is er veel aandacht voor religie op Sancta Maria. Op de doordeweekse dagen nemen zo’n 150 patiënten per dag deel aan de mis en op zondag zelfs het dubbele. In 1950 wordt er nog een nieuw Mariabeeld geplaatst tegenover het verpleegstershuis. Heel bijzonder zijn ook de processies over het terrein, waarin de kinderen van personeelsleden heel vaak misdienaars waren.
In de jaren ’60 vinden er grote veranderingen plaats, er komen steeds meer ‘lekenverplegers’ en de zusters krijgen steeds meer vrijheid. De ontwikkelingen leidden er uiteindelijk toe dat de kommuniteit van Sancta Maria in 1969 wordt opgeheven, er komt een scheiding tussen het ziekenhuis en het klooster.
Moderne kapel
De ontwikkelingen in de maatschappij leidden er ook toe dat de kapel werd gemoderniseerd, de kruisgang verdween van de wanden, het altaar werd vernieuwd en de schilderingen van Asperlagh werden overschilderd. In 1971 wordt in de statuten bepaald dat Sancta Maria een algemeen Christelijke instelling wordt. Deze oecumenische gedachte leidde er ook toe dat er Protestantse diensten in de kapel gehouden werden. Vanaf de jaren ‘80 wordt de kapel steeds minder intensief gebruikt, maar de eucharistie viering op zondag blijft bestaan, steeds meer bewoners uit de omgeving nemen ook deel aan de diensten, wat kenmerkend is voor het open karakter van Sancta Maria.
Bron: M. van Dort –Clements, “Weerspiegelingen van toen. 60 jaar Sancta Maria”, 1987